Raratonga is de titel van een gedicht geschreven door Ferdinand Vercnocke (1906-1989).
Het is tevens de naam van de biografie van zijn leven en dat van zijn echtgenote Sim Wolfs (1919-2015). Beiden waren mijn ouders.
Enkele hoofdstukken uit hun biografie én de eerste liefdesbrief van Nand aan Sim met haar antwoord kan je al lezen via de pagina “Biografie van een liefde“.
Konden wij reizen, gij en ik,
o geliefde mijn,
verre van nood en pijn,
op een broos getuigde brik
of een blanke brigantijn,
dan zouden wij saam, wij beiden,
de bevende zeilen spreiden
en stevenen, vredig en vrij,
de deemstering voorbij.
Aan een morgenlijke kust
zouden wij ’t anker haken,
en zalig ontwaken
smarten onbewust.
Louter azuur en zon-verloomd,
een blauw blazoen met goud doorboomd
glanst hier de zee: de aarde
met ooft en sappen mild,
bloeit welig wild,
in rood-koralen gaarde
praalt de bedaarde
rijk geschubde vis.
De nachten geuren bloemenfris.
Maar ach, wat zou geliefde mijn,
zonder nood, zonder pijn,
onze liefde zijn?
Gedicht en aquarel door Ferdinand Vercnocke, 29 september 1947, Gevangenis Begijnenstraat Antwerpen
(Header afbeelding: Raratonga, eiland in de Grote Oceaan, grootste van de 15 Cook eilanden)