les cheveux dans le vent ce qui est important c’est de ne pas se laisser emporter mais de bouger et s’allonger sur les vagues qui se dispersent entre les plis du temps là bas il y a l’éternel mouvement des bras qui s’ouvrent à ceux qui ont les cheveux dans le vent
Antwerpen, Kipdorpbrug, zaterdag 18 juni 2023, Café “Tante Lies”, voor Selena
Just me, relaxing in the garden, on a very warm day, listening to music and reminiscing… Songs: “De Roos”, Ann Christy and “Immortels”, Alain Bashung. Extra footage of me on a roadtrip in Normandy, Falaise, Autoroute A31.
Dit is een kortverhaal van Robert Musil (1880-1942), een experimenteel Oostenrijks schrijver en grondlegger van het essayisme, na de publicatie van zijn ‘magum opus’ “De man zonder eigenschappen”, werd hij genomineerd voor de Nobelprijs literatuur. In dit kortverhaal beschrijft hij met microscopische blik de doodstrijd van vliegen, aangetrokken door de lijm op “het vliegenpapier”. Die blik is voor de lezer/luisteraar erg confronterend, omdat Musil op deze wijze ons een spiegel aanbiedt.
De header hierboven en de ‘thumbnail’ van de video toont het beroemde beeldhouwwerk ‘De Laocoöngroep’ uit ca 20-40 v.Chr. Ik koos deze omdat Musil in zijn kortverhaal hiernaar verwijst. ‘Het verhaal achter deze afbeelding is dat de Trojaanse priester Laocoön de Trojanen wilde waarschuwen om het paard van Troje niet binnen te halen. Volgens de overlevering werden de priester en zijn zoons vervolgens gewurgd door slangen van Poseidon. Uitgebeeld wordt het moment waarop Laocoön en zijn zoons gewurgd worden door twee slangen die gestuurd zijn door Poseidon (of Pallas Athena)‘.
Je bent niet meer hier je bent nu daar klinkt tussen muren hier een lied, alsof ik je nu zo maar vergeten kan, alsof je niet meer bent, hier, te midden onze clan, alsof, alsof, alsof, alsof we nu maar stil geruisloos moeten doen, doen alsof, met foto’s, beelden, kleuren die je achterliet, en geuren, ’t enige tastbare dat nog van je blijft, maar ’t blijft alsof, alsof je ons nog met je mantel vol van Liefde stilletjes bedekken wil. Maar ik, ik weet nu beter wel, want net heb ik je stem gehoord, je klonk plots even zacht en warm, zo zonneklaar, zoals altijd, zoals je mij, die ongeschonden, ongerept, en vol, zo vol verwachting pas op deze wereldbol kwam piepen, in je twee sterke handen nam, mij droeg, mij zachtjes streelde , dan fluisterde en zei: lief kind, hier ben ik nu, vertrouw me maar, geloof me vrij, want het is waar, écht waar, wees welkom hier, en nee, o nee, niet zwaar, niets zwaar, ik ben nu hier en niet meer daar, zie je het niet, je bent zo licht, zo zonnehelderklaar.
(foto: Ferdinand Vercnocke, mijn vader, op het strand te Oostende, voor de Koninlijke Gaanderijen, zomer 1938, 32 jaar, blik pal naar de einder, zijn geliefde Noorden, voor zijn biografie zie: “Raratonga“)
De laatste ademtocht lost op, en vleugelt naar die einder waar de eerste ooit begon, en meer nog voor wie leven geeft want die ontvangt de zegening, de wandeling naar het eeuwige begin
(foto: Sim Wolfs, Brussel, donderdag 24 augustus 1944, 25 jaar, mijn moeder. Nog geen twee weken later werd België bevrijd. Voor haar biografie, zie: “Raratonga“)
Er is geen naam of hij is al gegeven, onder de schaduw van een hand die oplegt om de vrucht te zegenen die groeit uit het lied dat in gevouwen samenhang gezongen wordt, de dagen dragen hier meer licht dan ze bevatten kunnen, wolken zijn er niet, die komen later, op het ritme van hun adem, aangeblazen door de mond die nu een naam uitspreekt, je aanroept, je herkent en je ontvangt, aanwezigheid die enkel aan een lippenpaar zich openbaart.
(Geïnspireerd door kelner Jef, Cafetaria ‘De Meander’, De Plas, Rotselaar, donderdag 8 juni 2023, 14:30)
(“O, then, dear saint, let lips do what hands do; They pray, grant thou, lest faith turn to despair”, Romeo & Juliet, Act 1, Scene 5)