Reis van de vermoeide Harten

De reis begint, dan is het goed om aan de tafel
voedsel in te slaan zodat de geest zich leeg kan
maken, ruimte biedt voor indrukken die
onderweg het oog opvallen als het ver voorbij
de horizon weet dat in de wolken reeds
ontwaken sluimert voor vermoeide Harten.

Dwalend zwerft de nachtegaal doorheen
inktzwarte Duisternis en toch is hij nog te
onderscheiden, klapwiekend verplaatst hij
de armen die hem dragen, voor het oplettend
Oor vertelt hij over het zachte diepe Weten,
de geborgenheid die men ontmoet als Hout
ontvlamt nadat het spaarzaam werd verzameld
om ontvankelijke Warmte te verspreiden,
om te delen wat in Winters werd gestapeld
om reeds Zomers te ontvangen, terwijl
de Lente nog op zich laat wachten.

Zo begint de reis, een vaag vermoeden
wat het reisdoel wezen kan is lang reeds
opgeborgen in de kamers van het huis
dat men tussen kale bomen losgelaten heeft
nog voor de reiswind hen onstuitbaar heen
en weer liet zwiepen: zoals een woord kan
komen aangewaaid nog voor het wordt
gesproken, nog voor het oren vindt om in
te wonen, nog voor de taal bestaat waarin
betekenis kan huizen, net zoals ik hier
het lichaam vond dat wenkte, terwijl ik
nog duizenden lichtjaren verwijderd was
van openbloeien, zo klopt de reiswind aan,
een vuurtoren die pal de hoogste golf weerstaat
en zuiver Licht geeft, een straal die als
een navelstreng de sterren likt.

Ja, zo begint de reis,
de reis van de vermoeide Harten,
zij weten dat waar Licht en Water elkaar raken
rust te vinden is, een Poort naar diepe en
verwelkomende Warmte die uitnodigend is,
de ogen opent voor wat nog in onzichtbaarheid
verborgen lag, maar toch Aanwezig is, zoals
het maanlicht slechts wordt opgewekt als zij
haar donkere zijde aan de wentelende Zon ter
koestering aanbiedt, groeiend, zoals verlangen
eenmaal losgelaten plots vervulling vindt,

zo komt de reiswind en zo begint de reis,
zo komen zonder aarzeling de eerste stappen.

(Koffiehuisje Gailly”, Kortenberg, 20 februari 2009, 19:24, voor het vertrek naar Santiago De Compostella)

(Header afbeelding: Boutbus bij Farol de Nazaré, Fort of São Miguel Arcanjo (‘Aartsengel Michael’), Portugal, juli 2013)

25 februari 2009, 18:33, Spanje, Boutbus op de A-231, ‘Autovia Camino de Santiago’

On the road

Light this candle, gear up, full throttle… there is no roadplan, only;;; The Road!

Wiegen (Leonidas III)

Op zonnen is het zelden
wachten, niet zoals
op jou die er altijd
is, altijd zal zijn
zelfs als het laatste
licht is uitgedoofd
dan nog breng je
verlichting, in de
plooien van de tijd
verdwijnt er niets,
spoelt aan en wordt
gevonden door de
blinden van het ogenblik
zo zal geboorte zijn
niets meer dan
wat een wiegen is
gedragen door een
zucht van eeuwigheid.

(afgewerkt in Sportoase De Meander,
Rotselaar zondag 13 november 2022, 15:02,
aangevangen in Adinkerke Leonidas
bij Goedele, zaterdag 12 november 2022, 13:50)

Header afbeelding: “De Baai van Heist“, vrijdag 28 oktober, 10:45.

Zie ook: “Leonidas I” en “Leonidas II

en lees hier over de rijke en fascinerende geschiedenis van de Leonidas pralines.

MARIA VICTORIA (Leonidas II)

De Haan 29 oktober 2022

Wij strijden voor
de goede zoete zaak,
wij zijn
in ondertal
geboren
maar zullen niet
versagen,
slagen,
tussen de muren
van een nauw beleven
pleiten wij
voor zeggenschap,
voor oren
die nu wel horen zullen,
onontkoombaar,
neergedaald en
aangekomen in dit
dal van tranen
banen wij de weg
met handen die gevouwen
houwen in de
vuren van vergankelijkheid
en wij vertrouwen,
hand in hand,
in overtal,
in kinderogen,
in mededogen.
in paradijzen van
de hoop,
in oogverblindend Licht
dat opent,
wij blazen de klaroenen,
een nieuwgeboren vleugelpaar
van hogerhand
met hogerhand
zal onze overwinning
banen

(opgedragen aan Leonidas De Haan & Villa Emilia, De Haan,
geschreven in Tearoom Milano, De Haan,
zaterdag 29 oktober 2022, 12:01)

Zie ook de gedichten “Leonidas I” en Leonidas III

Thermopylae

en lees hier over de rijke en fascinerende geschiedenis van de Leonidas pralines.

Ruimtereis

Anemos Beach Club Knokke-Heist

Wij zoeken,
zoeken naar
verloren voorwerpen
schelpen op het strand
haaientanden
bloemen
sterren en hun
beelden
zonnen die de weg
wijzen naar
niemandsland
wij worden opnieuw
ruimtevaarders die hun
schepen eeuwen al
verlaten hebben,
achtergelaten in de nevelen
der tijd,
wij zoeken,
zijn op zoek naar altijd
nieuwe lotgenoten,
en altijd,
altijd vinden wij
onszelf

(Anemos Beach Club, Heist,
vrijdag 28 oktober 2022, 13:03)

Glinsterpracht

(voor kelner Klodian)

Er zijn de avonden waarop
de wind genadig is,
zacht, zoet,
zoals de zee wanneer
de nacht over haar golven
strijkt,
in dienstbaarheid
gegeven zal de beloning
honderdvoudig zijn,
in veelvouden van duizend,
zoals de sterren prijken in hun
glinsterpracht,
hun licht reeds lang gedoofd
maar steeds nog onderweg naar
onze ogen, die zich in
avonden als deze nooit meer
sluiten, maar de wind
ontvangen waarop zij
in de nacht uitkijken
naar horizonten
ver voorbij wat
zichtbaar is

(L’Orangerie, Knokke, Van Bunnenplein,
donderdag 27 oktober 2022, 21:46)

Vienna

To live
between tomorrow
and today
a yesterday
upon our shoulders
as an ocean wave
we carry
always carry
future and
forget about
the wings that
brought us here
we live
we love
we dance under
a setting sun,
then walk
away,
leaving
the miracle
that only can be
seen with our eyes
closed,
while
Vienna
always will be
there

(Saturday October 22nd, Raversyde Beach, Belgium,
after a conversation with this Austrian couple)

Billy Joel: “Vienna” (1977)

Éternité

(pour Nacer et sa famille)

Ici
c’est l’éternité,
pêcher,
nager,
parler,
comme si
il n’y a pas
de demain,
mais le vide,
plein
d’aujourd’hui

(Samedi, 22 octobre, plage Raversyde)

Wakker

De aarde geeft
de aarde neemt
de aarde wentelt
in het water
van de sferen
waar de wolken
drijven
daarboven
ment
de wakkere
de teugels
laat vieren
en trekt aan
licht
en donker
schijnbaar
in willekeur
enkel
de wakkeren
weten

(bij garnaalvissers, strand Raversyde, zaterdag 22 oktober bij zonsondergang)

Kruiswegen

(voor Helga en Liesje)

Dit zijn de kruiswegen
van geluk,
letters die links of rechts
neigen,
allen even vriendelijk,
wat maakt het uit
of wij elkaar al dan niet
verstaan,
er is een taal die van
geboorte spreekt,
we zijn ze niet vergeten,
en allen dragen wij
de brandstof die Haar voedt.
Dit weten en dit
niet vergeten is
als hemels manna dat hier
kwistig over ons wordt
uitgestrooid.
Wie ogen heeft, wie oren,
wie niets,
allen zullen zij ontvangen.

Esso Station Begijnendijk, dinsdag 4 oktober 2022, 11:00am > 11:11am

1950-2010 Sim: auto’s

(een leuke “auto-anekdote” uit 1933 staat onderaan, mét de stem van Sim)

De vroegste autofoto’s zijn deze van Sim op een uitje, Pasen 1948, met een bevriend koppel in een cabrio (een Lancia Aprilia Cabriolet uit het atelier van Ludwig Weinberger, München, bouwjaar 1937/1939 ) waarvan maar enkele gemaakt zijn. Ze reed toen nog niet zelf, dat zou pas een jaar later gebeuren.

Hier een oorspronkelijk model:

Wanneer Sim haar eerste eigen auto aanschafte komen we te weten in het interview dat ik van haar afnam in 1993. Toen ze eind december 1947 na een jaar vrijkwam uit het interneringscentrum te Vorst vond ze na een tijdje werk als reizend vertegenwoordigster voor de firma “Van Loo Biscuits & Chocolade”. Dat vereiste een rijbewijs. Het was de directeur van de firma die Sim in 1949 leerde autorijden “in een klein Fiatje” van de firma, waarmee ze de eerste tijd rondreed. Daarna kocht ze een eerste auto die ze afbetaalde. Dat was een VW-kever.
Hier haar relaas over haar prille rijervaringen, bij haar eerste reis kon ze nog niet achteruit rijden!

“Het kleine Fiatje, een bolhoedje” van de firma zal waarschijnlijk een Fiat 500 (“Topolino”) geweest zijn (geproduceerd tussen 1936 en 1955) waarmee Sim aanvankelijk rondreed.:

Haar eerste eigen auto was een Volkswagen Kever. Later zouden er nog verschillende volgen. De Kever komt regelmatig aan bod in de liefdesbrieven. Er bestaan enkel zwart-wit foto’s van, maar in liefdesbrief nr. 14 van 1 september 1950 schrijft Sim aan Nand:

“Tegen 10 september heb ik de nieuwe wagen (groene kleur) ‘k verkoos “wijnrood” maar ook thuis kregen ze een woordje mee te praten!”

1951 voor het huis waar Nand woonde te Gistel:

Een onderhoudsrekening voor de auto uit 1951. De factuur staat op naam van Sims zus. Dat had waarschijnlijk te maken met het feit dat Sim, gezien haar veroordeling, onder ‘sekwester’ stond, d.w.z. een schuld moest terugbetalen aan de Belgische Staat. Op die manier kon geen beslag gelegd worden…

Tijdens de verlovingstijd heeft Sim geprobeerd Nand het autorijden aan te leren, maar tevergeefs… hij was te bang!
In zijn woorden: “éénmaal, maar nooit meer!”
Nand zou altijd passagier blijven.

1952 Met Truda (rechts) de huishoudhulp, die oud-leerling was van Sim:

1956 Filmfragment (8mm) waarin Sims VW kever figureert (opname door Sim) tijdens de vakantie (juli) in “De Haan aan Zee”, Residentie “Littoral” (nu afgebroken):

In totaal zou Sim 5 VW Kevers ‘verslijten’ op 14 jaar (zonder ongelukken) omdat ze zoveel reisde voor haar werk en dus “heel wat kilometers” maakte.

1964 Borgward Isabella Coupé (een sportwagen, overgenomen van haar broer)

Sims moeder en zus, foto getrokken door haar broer:

Toen Sim de wagen overnam was hij wit geschilderd:

De  auto bood slechts comfortabel plaats aan twee volwassenen, op de achterbank konden de kinderen nog net plaatsnemen “als in een sardienenblikje”. Vaak wilden de versnellingen (aan het stuur) niet mee, wat een hels gekraak veroorzaakte…
Op cruciale ogenblikken vertikte de wagen soms te starten, met veel gevloek en getier tot gevolg…

Vakantie-uitstap naar Walcheren, aanschuiven voor de veerboot (1964):

Vergelijkbaar model (met converteerbaar dak):

Na de Borgward besliste Sim een grotere en zwaardere wagen te kopen, en vierdeurs, in de eerste plaats om Nand ter wille te zijn, die voldoende (been)ruimte en comfort wou.

1968 Mercedes 190

De wagen werd aangekocht als “directiewagen”, maar bleek na aankoop al betrokken geweest bij een ongeval… Na een lange lijdensweg kreeg Sim alsnog een gedeelte van de aankoopprijs terugbetaald. Kort daarna ging de dealer failliet, het bleek niet zijn eerste bedrog!

Damme, 1970:

Vertrek naar de luchthaven om te vertrekken op schoolreis naar Griekenland (1974):

Vergelijkbaar model:

1975 Toyota Crown (bijgenaamd “de tank”!):

Ikzelf die de auto inlaadt voor het vertek naar vakantie aan zee vanuit Weerde (1980). Nand komt even kijken naar mijn “werkzaamheden” (Sim filmt)…:

Vergelijkbaar model:

1991 Toyota Carina II

Sims laatste auto, ze zou er mee rijden tot 2010, ze was toen 91. Ze voelde zich niet zeker meer achter het stuur. Het was een moeilijke beslissing, omdat ze besefte dat ze nu een stukje vrijheid en ongebondenheid kwijtspeelde… En dat verdroot haar zeer, in haar eigen woorden: “Ik voel me geamputeerd…“..

Sim neemt afscheid van haar wagen, een ontroerend beeld:

Kilometerstand van de Carina II bij het afscheid: 145.271 na 19 jaar… De laatste jaren reed Sim slechts een 1000 km per jaar.

In haar meer dan 60 jaren als chauffeur had Sim slechts een tweetal ongelukken, telkens met lichte schade.


Anekdote:

In 1933 mocht Sim, toen 13, mee in de Ford van haar oom Albert: ze reden naar Banneux, waar op dat ogenblik de Maria-verschijningen plaatsvonden.  In het interview dat ik van Sim afnam in 1993 bij het bladeren door rouwprentjes van de familie vertelt ze over “haren nonkel” Constant-Albert Crabbé en zijn auto’s, vaak maakte hij grote reizen, bv naar Amerika, vandaar “mon oncle d’Amerique”, en er is ook een ongelukkige liefde…

 

Constant-Albert Crabbé (18 november 1883 – 12 maart 1936) verongelukt met zijn auto op de Leuvense Steenweg te Veltem-Beisem, alle vier inzittenden op slag dood. Broer van Sims moeder.

     

Hier doet Sim het verhaal over deze man (interview 1993), de broer van haar moeder en peter van haar broer (uit het hoofd draagt ze ook het gedicht voor dat haar broer toen voor zijn peter schreef) en brengt hem zo even opnieuw tot leven:

(Over hem als “jachtopkoper” schrijft Sim ook in “Het Dorp aan de Wingerbeek” manuscript pagina XV / 15)

Dat het ongeluk van haar oom een diepe en blijvende indruk naliet bewijst deze opmerking van Sim in haar dagboek van 12 maart 2010 (= 74 jaar later!):

“1936 Oom Bert verongelukt in Veltem Beysem. Ik was in Heverlee en Pa kwam mij halen – Een trieste herinnering en toch geen benauwenis”.

80 jaar later, in 2013, bezocht ik met Sim, opnieuw Banneux, voor haar (en voor mij) een emotioneel moment. We hebben dan samen enkele kaarsjes gebrand aan het heiligdom voor de familie.