De laatste ademtocht lost op, en vleugelt naar die einder waar de eerste ooit begon, en meer nog voor wie leven geeft want die ontvangt de zegening, de wandeling naar het eeuwige begin
(foto: Sim Wolfs, Brussel, donderdag 24 augustus 1944, 25 jaar, mijn moeder. Nog geen twee weken later werd België bevrijd. Voor haar biografie, zie: “Raratonga“)
Dit is in blauw en wit de schoot, die mij hierhenen drijft waar ik begon onder de vleugels van Sint-Joris, net voor de wingerd die waar je, jeugdig, al je dromen droeg, opdroeg aan platanen de nu verdwenen wit gevlekte medestanders voor je blik, uitkijkend op de weiden tussen hun gerijde stammen als krijgers van de Thermopylae* en hun zwaarden, als toen ik nog bij en in je woonde, het smelten op mijn tong, zoals ik smelt voor jou, daar, in de warmte van je paradijs.
Sint-Joris-Winge, Tiensesteenweg, 1926: geboortehuis van moeder, toen 7 jaar, ze zit, opvallend in het wit, aan een tafeltje aan de voordeur, omgeven door haar familie, hier allemaal vrouwen, haar tantes en moeder in de deuropening naast vader met gekruiste armen. Tegenover het huis: de “gerijde plantanen”, nu reeds lang verdwenen, maar het huis staat er nog steeds.
Vergelijking toen en nu (slider verschuiven links/rechts):