Wij leven op een schiereiland,
wij hunkeren naar zee,
maar altijd zijn er armen
die of ogen
strohalmen van hoop
van tegen en van
wederwoord,
wij willen varen,
vrij van vuurtorens,
van muren en
van kades,
geen strakke koorden
maar de bulderende winden
die de boegen
klieven.
De klokken laten
Gisteren klinken,
gesprekken zoeken woorden,
wanneer zal ik je stem
weer horen
weerklank van een
zielelied,
zoals golven heen en
weer
voelen de ademtochten,
ver van hier werd ik
geboren
ergens in een ochtendgloren
een zonnestraal die op
mijn huid kwam wonen,
zoals klokken die
mijn hartekreet
verklanken
(Leuven, Royal de Luxe, Ladeuzeplein dinsdag 18 oktober 2022, 19:32)
opmerking: zie ook het gedicht “Boekarest” dat ik een uurtje later schreef
Het Woord is
iedereen gegeven,
spreek het uit
luister naar de stem
die geluidloos
je tot leven wekt,
wakker maakt
uit lichtjaardroom,
nergens staat
dit Woord geschreven,
tenzij daar,
daar waar
eeuwigheid en
ogenblik
elkaar ontmoeten,
zingend, in
namiddagvreugde
die zich aanbiedt,
belangeloos,
zoals het hoort
Aangespoelde walvissen
knipperen aan en af,
speuren
naar levensresten,
spuiten nog
nauwelijks water op,
hier geen fonteinen
die de hoop van
overlevenden
besprenkelen,
enkel een woord dat
overblijft, gekerfd
in de voorvaderlijke
totempaal, en dat
getuigt van
blijvende aanwezigheid,
waar golven eens
en eeuwenlang
de drijfkracht boden
van een liefdeslied
rest nog de schaduw
van aanwezigheid.
Moleneinde, Kalmthout, zaterdag 15 oktober 2022, 15:24
Wij leven in een wankel evenwicht
op de rimpels van de tijd
die zich uitstrekken over
telkens nieuwe golven
van herinnering
sporen in het stof
van eeuwen
littekens gekerfd in
de vervelde schors
van bomen die naar
hemels reiken
en wortelen in het bloed
van steekgevechten
Wij leven in een wankel evenwicht
op de rimpels van de tijd
wegen waarin wij cirkels lopen
die zich uitdeinen, verder,
steeds verder van waar
de reis begon
en toch
steeds dichter,
dichterbij
(foto getrokken door Else, °1957- †2014, moeder van onze drie zonen, zomer 1990, hieronder Else, getrokken door mezelf, op het zelfde muurtje, op dezelfde dag)
Dit zijn de kruiswegen
van geluk,
letters die links of rechts
neigen,
allen even vriendelijk,
wat maakt het uit
of wij elkaar al dan niet
verstaan,
er is een taal die van
geboorte spreekt,
we zijn ze niet vergeten,
en allen dragen wij
de brandstof die Haar voedt.
Dit weten en dit
niet vergeten is
als hemels manna dat hier
kwistig over ons wordt
uitgestrooid.
Wie ogen heeft, wie oren,
wie niets,
allen zullen zij ontvangen.
Esso Station Begijnendijk, dinsdag 4 oktober 2022, 11:00am > 11:11am
Vanuit de nevelen der Tijd
komen de vrouwen met
hun kinderen drinken
van de woorden die
zoals vergeelde bladeren
soelaas bieden voor de wind,
de lucht is blauw,
een blauw dat helder
en doorzichtig is,
vlaggen wapperen,
bomen wiegen,
moeders wandelen,
deuren schuren zich
aan zandlopers
die eeuwig korrels
schenken aan kinderen
en hun kastelen,
en Zij is hier,
Zij kantelt
alle tijd in
eeuwigheid van
blijvend duren.
Banneux, zaterdag 1 oktober, 16:00, bij priester Jan Schoonbroodt
Opmerking: mijn moeder, Sim Wolfs, bezocht de plek als 13-jarige met haar oom in 1933, het jaar der verschijningen aan Mariette Beco. 80 jaar later, in 2013, bezocht ik met moeder nogmaals het heiligdom.
Tussen twee regendruppels
kwam de zon,
slechts zijdelings
je verlichten,
even,
hunkerend naar
zegen en voldoening
op je reis
waar blijven nu
de medestrijders
waar de stralen
van hun ontwapenende liefde?
zij zwijgen hier
in alle talen,
hun voelen is
bezwaard
want vergeten
maar tussen
twee andere druppels
haalt de zwarte engel
altijd bakzeil,
zij lopen voorbij,
knikkend,
achteloos voor je
aanwezigheid
Opnieuw werd mij het leven
geschonken,
vanuit een eeuwig universum
kwam de zon zich
nestelen vanuit de
Cosmos,
hier,
in dit Kristallen Paleis,
Oase van Rust,
liet regendruppels
schitteren als diamanten
liet groener dan groene
grassprieten deinen
in deze Zee van Stilte.
(Middelkerke, Park Pollentier, Oasis, zondag 25 september 2022, 09:46)
Dit wachten is
het wachten waard,
de tijd gaat sneller
als verlangen drijfveer
is
maar gaat ook voorbij,
wij zien al in de verte
de twee woningen
waarin het wachten
eeuwig wordt,
maar jij, hier,
de stilte van je lippen,
in de diepte van je ogen
het zachte op en neer
van je hartverwarmend ademen,
de wolken worden
grijzer zoals ik,
de wind slaat
onmeedogenloos
bladzijden om en ik,
ik hap naar lucht,
ik haper,
ik keer terug
naar water.
Rond Punt, Wezemaal, ’t Kaffee,
zondag 18 september 2022, 15:55-16:04
Dit is in blauw en wit de schoot, die mij hierhenen drijft waar ik begon onder de vleugels van Sint-Joris, net voor de wingerd die waar je, jeugdig, al je dromen droeg, opdroeg aan platanen de nu verdwenen wit gevlekte medestanders voor je blik, uitkijkend op de weiden tussen hun gerijde stammen als krijgers van de Thermopylae* en hun zwaarden, als toen ik nog bij en in je woonde, het smelten op mijn tong, zoals ik smelt voor jou, daar, in de warmte van je paradijs.
Sint-Joris-Winge, Tiensesteenweg, 1926: geboortehuis van moeder, toen 7 jaar, ze zit, opvallend in het wit, aan een tafeltje aan de voordeur, omgeven door haar familie, hier allemaal vrouwen, haar tantes en moeder in de deuropening naast vader met gekruiste armen. Tegenover het huis: de “gerijde plantanen”, nu reeds lang verdwenen, maar het huis staat er nog steeds.
Vergelijking toen en nu (slider verschuiven links/rechts):