“Drieman” op enola.be

(20 mei 2020, door Jurgen Boel, website “Enola.be” – cultuurjournalisitiek)

Met ‘Voor de zonden van de vaders ‘sloot Rudi Vranckx in 2018 zijn documentairereeks af rond IS(IS) en de vraag in hoeverre ook kinderen mee moeten boeten voor de daden die hun vaders (en moeders) gesteld hebben. Het is een eeuwenoud debat dat stof voor discussie blijft opleveren en bij Canvas zelfs leidde tot de reeksen Kinderen van de kolonie, Kinderen van het verzet en Kinderen van de collaboratie. Want ook de Belgische geschiedenis kent haar zogenaamde helden en slachtoffers, met waarheden uit het verleden die niet altijd de tand des tijds doorstaan en nieuwe waarden en normen die de oude verdringen.

Elke terugblik op het (nabije) verleden is hoe dan ook gedoemd om getekend te worden door een hedendaagse bril waarbij moderne, veranderende opvattingen en beperkte of vertekende informatie net zozeer hun rol spelen als de achterafkennis die voorbijgaat aan de onwetendheid en de mogelijke consequenties van beslissingen die het hic et nunc nu eenmaal kleuren. Al te gemakkelijk wordt dan ook met de vinger gewezen, morele standpunten ingenomen of verontwaardiging geuit zonder werkelijk oog te hebben voor het kluwen van feiten, ideeën, opinies en gevoelens die samen een levenspad uittekenen dat pas naderhand beoordeeld kan worden. Stellen dat wie binnen een groter systeem een enkele rol opneemt en aldus mee schuldig kan zijn aan bepaalde wandaden, blijft dan ook een gevaarlijk spel, want wie kan in dat geval nog beweren propere handen te hebben?

Het zijn geen vragen die rechtstreeks aan bod komen in Wide Vercnockes laatste strip Drieman maar toch zweven ze boven het verhaal, want Vercnocke gaat op zijn eigen unieke manier de dialoog aan met zijn overleden grootvader, Ferdinand Vercnocke. Vercnocke (1906-1989) was weliswaar afgestudeerd als advocaat, maar had toch vooral interesse in de kunstwereld en bekwaamde zich niet alleen in de schilderkunst maar ook en vooral in de literatuur. Zijn leven lang zou hij poëziebundels publiceren en schreef ook enkele romans en toneelstukken. De roep van de kunst en de pen zorgde er echter ook voor dat Vercnocke na de Duitse bezetting in 1940 steeds meer sympathiseerde met het VNV (Vlaams-Nationalistisch Verbond) en voor de nationaalsocialistische Zender Brussel en het dagblad Volk en staat werkte. Toch is het niet zozeer die literaire collaboratie op zich die centraal staat in Drieman als wel de zoektocht van Wide Vercnocke naar een man die hij nooit gekend heeft en hoe hij tot zijn beslissingen is gekomen, alsook hoeveel hij wist. Als boegbeeld van de Vlaamse literatuur en de culturele collaboratie mocht de oude Vercnocke immers reizen naar het hart van Nazi-Duitsland en zowaar vanop de eerste rijen een toespraak van Herman Goebbels bijwonen. In welke mate was Vercnocke dan ook op de hoogte van wat er zich afspeelde in Duitsland, per slot van rekening vertelde hij zelf over de Jodensterren die hij in het straatbeeld zag. Het is een vraag die tussen de drie generaties blijft hangen, al verdedigt de ingebeelde grootvader zich door te stellen dat hij louter opkwam voor het eigen volk, dat hij bereid was een stap te zetten die niemand anders nam om een Vlaamse natie te creëren en dat hij, in de steek gelaten door vriend en vijand, finaal zelfs door zijn nageslacht niet begrepen kan of wil worden.

Het is een verwijt dat blijft hangen tussen de generaties en aantoont hoe moeilijk het is om met een verleden in het reine te komen, in het bijzonder wanneer het onuitgesproken blijft. In Drieman gaat het in de eerste plaats dan ook om het onbegrip van de zoon en kleinzoon en het feit dat zij vanuit hun kennis niet de keuzes van hun voorouder kunnen begrijpen. Zelfs het feit dat de doorsneeburger nauwelijks op de hoogte was van wat er aan de hand was en zich er ook niet mee bemoeide, kan hier geen soelaas bieden want voor wie met een beladen erfenis belast is, blijft worstelen met vragen rond hoe zich te verhouden tot een biologisch verwant. In het bijzonder wanneer die ander er niet is, de ideologische kloof onpeilbaar diep lijkt en de geschiedenis zelf al haar standpunt ingenomen heeft. De enige dialoog die overblijft is die in het hoofd, maar hoe kan men tegelijk rechter, aanklager, verdediger en jury zijn?

Het is een confrontatie die weinigen wensen aan te gaan, laat staan die op een of andere manier aan de wereld te tonen. Dat Wide Vercnocke er in slaagt zijn emotioneel uitdagende en hoogst persoonlijke verhaal toch een universele toets te geven, zegt veel over Drieman. Wide Vercnockes eigenzinnige tekenstijl die sowieso geregeld speelt met de realiteit en bewust verstorende beelden oproept, is hierbij een dankbare partner. In onder meer ‘Narwal’ leidde dit tot speculaties rond het gebeuren en of zich dit werkelijk afspeelde of niet, in Drieman is het duidelijk een beeldtaal die het verhaal verder ondersteunt. En toch weet het net als in zijn andere verhalen een laag toe te voegen die een surreële emotionaliteit creëert die een realistische aanpak nooit zou kunnen evenaren. Veel meer dan een waarheid of antwoord aan te bieden, toont de strip een worsteling die over drie generaties heen zijn stempel blijft drukken, al lijkt het verhaal wel te willen aantonen dat vader en zoon Vercnocke zich finaal elk op hun manier weten ontworstelen hebben aan de erfzonde zonder tot een definitief oordeel te komen.

Met zijn vorige albums toonde Wide Vercnocke al aan dat hij een eigenzinnige stem binnen het Vlaamse strip- en verhaallandschap was. Zijn verhalen zijn zowel in hun ontwikkeling als uitwerking minimaal, maar tussen de lijnen en pennentrekken door weet hij wel een wereld op te roepen die hij zelfs in illustraties niet zichtbaar kan maken. En net zoals Olivier Schrauwen voor hem met Arsene Schrauwen (eveneens verschenen bij Bries) de erfenis van het Belgisch kolonialisme wist te schetsen, geeft Wide Vercnocke de gevolgen van de Belgische collaboratie een humaan gezicht. Net zomin als Schrauwen voor hem levert Wide Vercncoke hier geen definitief verhaal aan, maar wel een reflectie die verder gaat dan de vastgeroeste vooronderstellingen en de hoop dat de last van het verleden niet blijvend op de schouders van de nazaten zal liggen.

Een reactie achterlaten